Beeldvorming rond Herman Herbers

Er is in de loop der eeuwen veel beweerd over Herman Herbers. Eenmaal beschuldigd van onrechtzinnigheid, raak je zo’n stempel niet gauw meer kwijt. Die beeldvorming kan genuanceerd worden.

Handschrift van Herman Herbers. Ondertekening op 10 januari 1576 van een brief vanuit Wezel aan de Delftse predikant Arent Cornelisz.

Herbers geloofde in een zekere volkomenheid van de gelovige die een geestelijk leven leidde, maar hij was zich ook bewust van de zondigheid van diezelfde mens.
Hij verwierp de dubbele predestinatie van de calvinisten, die leerden dat God al voor iemands geboorte had besloten wie was uitverkoren en wie voor eeuwig was verdoemd. Toch geloofde hij in een zekere voorbeschikking: God heeft Christus tot het leven ter zaligheid voor ons mensen voorbestemd en uitverkoren en daarom zijn alleen degenen die in Christus zijn ingelijfd Gods uitverkorenen. Anderen, die dit leven niet hebben, zijn in de dood en door God verworpen. Hieruit volgt echter niet dat God de dood voor iemand heeft voorbestemd, nog voordat er sprake is van leven.
Herbers relativeerde de letterlijke betekenis van de woorden van de Bijbel, maar ontkende de feitelijkheden niet. De Bijbel was ook voor hem het geopenbaarde woord van God, maar hij was ervan overtuigd dat achter de letters van de Heilige Schrift een verborgen betekenis schuilgaat, namelijk de kracht van de Heilige Geest.
Hij was niet de libertijn die zijn opponenten van hem hebben gemaakt. Hij bestreed wel de rigide menselijke opvattingen, neergelegd in belijdenissen en catechismussen.
Hij was een voorstander van vrij onderzoek, maar nam de gedachten van anderen niet klakkeloos over, ook niet die van David Joris, met wie hij ook in onze tijd nog steeds in verband wordt gebracht.

Een vergadering van de Nationale Synode in Dordrecht, C. Jetses
Bron:
www.jetses.nl

Herbers was geen mysticus, maar hij voelde zich aangetrokken tot de mystiek getinte teksten in de Bijbel en andere boeken. De gelovige mens kon alleen door Christus bevindelijk, dat is door aanraking van het innerlijk, tot kennis van God verlicht worden en zijn natuur deelachtig worden. Hij probeerde zijn mystieke hang, die van alle tijden is, met het bevrijdende karakter van de hervormingsbeweging te verenigen. De theoloog Pierre Poiret omschreef hem als een ‘illuminatus solidus’, een betrouwbaar verlicht persoon.

Grafsteen van Herman Herbers en zijn echtgenote in de Goudse Sint-Janskerk. De tekst luidt: “Hier is begraeven d’Eersa[m]e Hermannus Herbers in sijn leven D[ienaer] d[es] H[eiligen] Woorts. Sterf den xxiii februarij 1607. Ende d’Eerb[are] Ermken Dircks Raesvelts d[ochter], sijne huijsvrouwe sterf den xi februarij 1600.”

Herbers werd bestreden door zijn ambtsbroeders binnen de Gereformeerde Kerk, maar hij was geliefd bij een grote schare kerkgangers, overal waar hij gepreekt heeft. Hij heeft zijn tijdgenoten deelgenoot kunnen maken van zijn innerlijke geloofsovertuiging, een overtuiging die dank zij zijn boeken ook voor ons bewaard is gebleven. Hij ging daarbij tegen de stroom in zijn eigen, mystiek getinte weg, geleid door de kracht van de Heilige Geest.

Bron: Herman Herbers, Gouds predikant van 1582-1607 (Gouda 2011)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *