De uit de Achterhoek afkomstige predikant werd tot priester opgeleid in een cisterciënzer klooster, geleid door een prior met sympathie voor de hervormingsbeweging. Hij was achtereenvolgens priester van de Jacobskerk in Winterswijk, ‘prediker naar de nieuwe wijze’ in Bocholt en luthers predikant van de Mathenakerk in Wezel.
In 1577 werd hij predikant van de Gereformeerde Kerk in Dordrecht. Deze kerk ontwikkelde zich tot een orthodoxe geloofsgemeenschap met hoge drempels voor het lidmaatschap. Herbers werd al snel beschouwd als een dissenter, wat leidde tot zijn ontslag in 1582. Hij werd met open armen in Gouda ontvangen, omdat hij hier werd gezien als een gematigd predikant, die – in tegenstelling tot de ‘scherpslijpers’ – goed paste bij de erasmiaanse gezindheid van de stadsbestuurders en hun streven naar vrede en een brede volkskerk.
Herbers schreef verschillende boeken, waarin hij zich verzette tegen door de kerk geuite beschuldigingen van onrechtzinnigheid. In 1584 verscheen Corte verclaringhe over die woorden Pauli, geschreven tot den Romeynen, Cap. 2 vers 28 en in 1591 Bekentenisse des Gheloofs. Uit zijn werk blijkt een mystieke geloofsbeleving, die door de kerk als een bedreiging voor haar gezag werd beschouwd. Hij volgde vrijmoedig zijn eigen weg, gesteund door het Gouds stadsbestuur. In zijn persoon komen zowel de vrijheidsdrang van de remonstranten als de bevindelijkheid van de Nadere Reformatie samen. Deze unieke combinatie bevestigt zijn betekenis voor de Nederlandse kerkgeschiedenis.
De volgende pagina’s laten u nader kennismaken met deze predikant door enkele thema’s uit Herman Herbers kort te belichten, die in het boek uitgebreider worden behandeld.
Bron: Herman Herbers, Gouds predikant van 1582 – 1607 (Gouda 2011).
De inhoud van het boek is nu vrij beschikbaar. Zie: pdf bestand Herman Herbers verbeterd (2020).