Herbers als voorloper

De vraag kan worden gesteld in hoeverre Herman Herbers tot een voorloper van de remonstranten gerekend kan worden, zoals door zijn tegenstanders werd gedaan, maar ook nu nog door verschillende auteurs wordt herhaald. Herbers zal zich waarschijnlijk wel bij de remonstranten hebben aangesloten als hij nog wat langer had mogen leven.

Den Arminiaensche dreck-waghen, een spotprent in een pamflet uit 1618. De contraremonstrantse tekenaar heeft een groot aantal lieden in een mestkar geplaatst die volgens hem wegbereiders van het remonstrantisme waren. Te herkennen zijn onder meer Jacobus Arminius, David Joris en Dirck Volckertsz Coornhert. De voerman is Johannes Wtenbogaert. Oldenbarnevelt wijst met een brandende fakkel de weg. Bron: www.geheugenvannederland.nl

De starre houding van de rechtzinnig calvinisten moet voor hem een benauwende ervaring zijn geweest. Hem stond vrij onderzoek van de Bijbel en andere geschriften voor ogen. Hij verzette zich tegen een kerk die hoge drempels opwierp voor de gelovigen. Hij streefde naar verbroedering en veroordeelde de alsmaar voortdurende strijd tussen christenen over geloofspunten. Hij verwierp de rigide predestinatieleer van de Gereformeerde Kerk. Om deze redenen zou hij zich thuis hebben gevoeld bij de meer gematigde remonstranten.

Zijn afwijkende geloofsopvattingen hebben echter veel te maken met zijn mystieke inslag. Hij verlangde naar vereniging met Christus vanuit een innerlijk beleefde geestelijke ervaring. Hij moest zich tegen wil en dank onderwerpen aan een rationele benadering van het geloof, een benadering die arminianen en gomaristen deelden.
In de zeventiende eeuw, kort na Herbers’ dood, ontstond een andere beweging, waarmee Herbers ook in verband gebracht zou kunnen worden: de Nadere Reformatie. Deze beweging binnen de Gereformeerde Kerk was voorstander van voortgaande reformatie, gericht op de praktijk van het godsdienstig leven, op heiligmaking en een persoonlijke omgang met God. De beweging vertoonde mystieke trekken: persoonlijke beleving of bevinding van de waarheid of van het heil stond voorop. De mystiek van Bernardus van Clairvaux was een belangrijk voorbeeld.
Er bestaat veel overeenstemming tussen de geloofsbeleving van de Nadere Reformatie en die van Herbers. Te denken valt aan de mystieke, bevindelijke kanten van die geloofsbeleving, hun verzet tegen ‘geestloze’ predikanten en tegen letterknechterij. Wedergeboorte staat centraal. Aan die wedergeboorte gaat een worsteling vooraf, waarbij de gelovige zich bewust wordt van zijn ellende en zijn dienstbaarheid aan de zonde. Bekering volgt alleen door de kracht van Christus met wie een persoonlijke omgang en uiteindelijk vereniging wordt nagestreefd. De Geest van Christus is dan van binnen bij de gelovige en vertegenwoordigt de waarheid. Wedergeboorte ligt vast in Gods raadsbesluit. Die afhankelijkheid is ook bij Herbers te vinden: alles wat wij aan goeds hebben, hebben wij uit Gods genade.
Er zijn ook verschillen: Herbers dacht milder en minder belast over predestinatie. De rechtzinnige verdediging van de Gereformeerde Kerk door Voetius, een van de voormannen van de Nadere Reformatie, zou hem hebben tegengestaan.
Deze vergelijkingen laten zien hoe moeilijk het is Herbers ergens bij in te delen. Wellicht heeft hij invloed uitgeoefend op zowel de remonstranten als de Nadere Reformatie. Toch moeten we oppassen hem van etiketten te voorzien. Het is in de loop van zijn leven en daarna maar al te vaak gebeurd. Zo is Herbers onder andere van de volgende kwalificaties voorzien: onrechtzinnig, vrijzinnig, gematigd, ruimhartig, ruimdenkend, vrijmoedig, liberaal, libertijn, dissenter, humanist, voorloper van de remonstranten, philippist, pelagiaan, dwaalleraar, wargeest, mystiek godgeleerde, davidjorist en dienaar van de antichrist. Deze opsomming illustreert dat Herbers vooral zijn eigen weg ging, waarbij hij zijn verleden nooit verloochend heeft. Hij kwam al vroeg in aanraking met verschillende geloofsgroeperingen en maakte daar ook deel van uit als monnik, priester en Luthers predikant. Hij las boeken van kerkvaders en hervormers, maar wat vooral opvalt is zijn trouw aan de Bijbel. Hij was ontvankelijk voor de mystieke verwoording van de bijbelse boodschap en besefte dat achter de letterlijke tekst een verborgen betekenis schuilgaat. Die betekenis wordt geopenbaard door de werking van de Heilige Geest waarvoor de gelovige zich open dient te stellen. Uiteindelijk gaat het om eenwording met die Geest na een proces van wedergeboorte. Gelovigen die zich op deze wijze met God verbonden voelen zijn door de eeuwen heen bij alle geloofsgemeenschappen te vinden. Herbers weet zo een tijdloze verbinding te leggen met aan hem verwante gelovigen van nu.

Op de grafsteen van Herbers en zijn vrouw in de Sint-Jan is de volgende tekst aangebracht: “Leert sterven eer ghij sterft, soo conet ghij sterven, als ghij sterft.” Deze spreuk kan mystiek geduid worden. Het oude lichaam sterft als het ware af, wanneer een Christen wordt wedergeboren. Sterven valt dan minder zwaar. Er ontstaat een nieuw leven in vereniging met God. De tekst is typerend voor de eigen, mystieke weg die Herbers gegaan is.

Spreuk op grafsteen van Herman Herbers en zijn echtgenote in de Goudse Sint-Janskerk.

Bron: Herman Herbers, Gouds predikant van 1582-1607 (Gouda 2011).

Zie ook mijn artikel: Leren sterven (maart 2016).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *