Inleiding
In 2018 kwam ik na het overlijden van Jan Bik, broer van mijn moeder, in het bezit van een portret van een van mijn betovergrootmoeders, Johanna Paul. Dit portret vormde de aanleiding om na te gaan wat er over haar en mijn voorgeslacht van moederszijde bekend was. Er bleek al een boek te bestaan waarin veel informatie is te vinden over het geslacht Paul: Bijdrage tot de genealogie van het geslacht Paul(i), in 1979 geschreven door twee nazaten. Ik leerde uit dit boek dat een van mijn voorvaderen de Duitse reformator Simon Pauli is. Ik besloot mij in zijn leven en werk te verdiepen omdat hij als Luthers reformator nog dicht bij Maarten Luther en Philipp Melanchthon heeft gestaan en ik eerder een boek heb gepubliceerd over de Nederlandse predikant Herman Herbers (1540-1607), waarin ik ook aandacht besteedde aan de invloed van Luther en Melanchthon op Herbers.
In dit artikel sta ik kort stil bij mijn afstammingslijn en bij het leven en werk van Simon Pauli. In volgende artikelen wordt dieper ingegaan op Simon Pauli als predikant, professor, superintendent en auteur in Rostock.
Afstamming in Nederland
Johanna Paul werd op 28 december 1822 geboren in Bergschenhoek, als eerste kind van acht kinderen van Simon Paul, geboren op 3-6-1789 in Zevenhuizen, overleden op
21-10-1868 in Bergschenhoek, en Lijntje Overhand, geboren op 17-5-1797 in Hillegersberg, overleden op 27-10-1832 in Bergschenhoek. Zij trouwden op 20-1-1822 in Bergschenhoek. Simon was landbouwer en gemeenteraadslid in Bergschenhoek. Hij hertrouwde na het overlijden van zijn eerste vrouw op 12-5-1833 met Lena Romein (geboren op 23-1-1812 in Zevenhuizen, overleden op 8-5-1888 in Bergschenhoek), waarmee hij nog veertien kinderen kreeg.
Simons vader Johann Paulus Paul kwam rond 1780 naar Nederland, misschien als hannekemaaier (seizoenarbeiders, grasmaaiers). Al vanaf de zeventiende eeuw kwamen veel Duitsers naar Nederland om hier te helpen op het land. Volgens de overlevering zou hij echter als opzichter over een groep polderjongens gewerkt hebben aan het droogmaken van plassen in de buurt van Zevenhuizen. Hij werd op 23 mei 1752 in Greifenberg in Pommeren (nu Gryfice in Polen) geboren en overleed op 19-8-1835 in Zevenhuizen. Hij trouwde met Anna Strijdhorst, dochter van Frederik Strijdhorst, op 4-4-1785. Beide ouders van Anna waren kort daarvoor overleden. Johann Paulus werd landbouwer op de boerderij van haar ouders, gebouwd in 1773 in de drooggemalen Eendragtspolder aan de Rotte. Hij was ook gemeenteraadslid. Johann en Anna kregen veertien kinderen. Simon was het derde kind.
Kleindochter Johanna trouwde op 8-1-1843 met Willem van der Torre, geboren op 3-11-1820 in Hillegersberg, visser van beroep. Johanna overleed op 19-1-1912 in Hillegersberg. Johanna en Willem kregen negen kinderen.
Het zevende kind was Johanna van der Torre, geboren op 6-2-1855 in Hillegersberg. Zij trouwde op 14-9-1873 met Hendrik van Dam, geboren op 8-4-1848 in Overschie, overleden op 24-2-1920 in Hillegersberg. Johanna en Hendrik kregen vijf kinderen.
Lijntje van Dam, het vijfde kind, werd geboren op 25-4-1880 in Hillegersberg. Ruim drie weken later, op 21-5-1880 overleed moeder Johanna. Lijntje groeide op bij haar grootouders Willem en Johanna van der Torre-Paul. Uit het bevolkingsregister van Hillegersberg blijkt dat Lijntje bij haar grootouders woonde in een huis aan de Rottekade in Hillegersberg. Ze moet er lange tijd alleen met haar grootmoeder hebben gewoond. Haar grootvader, Willem van der Torre, overleed op 2-4-1883.
De laatste twee kinderen van Johanna en Willem trouwden in 1881. Lijntje huwde op 22-12-1898 met Albertus Bik, geboren op 13-3-1876 in Hillegersberg. Zij kregen negen kinderen.
Elsje Bik, het zevende kind werd geboren op 28-10-1914 in Hillegersberg. Albertus en Lijntje overleden op 21-12-1959 respectievelijk op 20-2-1968 te Hillegersberg. Elsje huwde op 29-10-1947 met Dirk Plaizier, geboren op 9-2-1910 te Hillegersberg. Met hem kreeg zij twee kinderen. Ik ben de oudste, geboren op 27-9-1948 in Rotterdam.
Afstamming in Duitsland
Vanaf de tiende eeuw werden tot de Slaven behorende Wenden of Sorben door Duitse markgraven onderworpen. Zij woonden tussen Elbe en Oder en hadden hun eigen cultuur en taal, het Wendisch of Sorbisch. Van een van die Wenden is bekend dat hij aus freiem wendischen Geblüt (vrij Wendisch bloed) was en een civis patricius sedinensis (burger uit Stettin van nobele afkomst). Stettin ligt in Pommeren en is na de Tweede Wereldoorlog deel uit gaan maken van Polen onder de naam Szczecin. Deze stamvader heette Paulus en leefde rond 1250. Veel van zijn afstammelingen hadden aanzienlijke functies, zowel op geestelijk als wereldlijk gebied.
Negen generaties na hem werd op 28-10-1534 Simon Pauli geboren in Schwerin in Mecklenburg, kind van Johannes (overleden op 10-4-1578), raadsheer en burgemeester van Schwerin, en (waarschijnlijk) Anna Lose. Simon trouwde in 1560 met Regina Smedes, afkomstig uit Wismar uit een familie van senatoren, met wie hij een zoon kreeg: Johannes, geboren in 1563. Regina overleed in hetzelfde jaar. Simon hertrouwde in 1564 met Catharina Prenger. Met haar kreeg hij acht kinderen: Heinrich, Katharina, Simon, Michael, Albert, Frederik, Gertrude en Elisabeth. Simon overleed op 17-7-1591 in Rostock.
De zoons werden allen op jonge leeftijd ingeschreven aan de Universiteit van Rostock. Het inschrijfregister vermeldt bij meerdere namen dat het om zonen van de rector gaat.
Heinrich, geboren in 1565 in Rostock, werd hoogleraar in de medicijnen, rector aan de Universiteit van Rostock en in 1604 lijfarts van hertogin Sophie von Mecklenburg (1557-1631), die op het slot Nykøbing op het eiland Falster woonde. Ze was na een conflict met de regering naar dit eiland verbannen. Ze was gehuwd geweest met koning Friedrich II van Denemarken, maar werd al in 1588 weduwe. Heinrich Pauli overleed op 13-8-1610 in Nykøbing.
Simon werd archivaris en secretaris in Güstrow.
Frederik werd docent aan de Universiteit van Rostock, na zijn studie aan deze universiteit en de universiteit van Wittenberg.
Michael schreef zich in 1582 in aan de Universiteit Rostock. Hij werd predikant in Köslin (nu Koszalin in Polen) en overleed in 1649. Hij was gehuwd met Elisabeth Jülich uit Greifenhagen. Via hen loopt de afstammingslijn door naar Nederland en uiteindelijk naar mij.
Zijn zoon Georg (1598-1657) trouwde met Judith Möller uit Greifenberg. Hij werd daar senator.
Een van hun vier kinderen, ook een Georg, geboren in 1643, werd slachter in Greifenberg. Hij huwde met Katharine Witte.
Hun zoon Simon, geboren in 1676, overleden op 6-4-1719, werd meesterslager in Greifenberg. Hij was getrouwd met Anna Maria Haerler, geboren 1674 in Regenwalde, overleden op 12-10-1747 in Greifenberg.
Een van hun zes kinderen, ook een Simon, geboren op 20-2-1707 in Greifenberg, overleden op 30-9-1761 in Greifenberg, werd slagerspatroon en Altermann (voorzitter van het slagersgilde) in Greifenberg. Hij trouwde tweemaal: met Veronika Sophie Wühmann, jong overleden in 1747, en op 29-10-1749 met Anna Charlotte Gerling, geboren in 1725 in Neugarten, overleden op 29-9-1790 in Greifenberg). Simon overleed op 30-9-1761, waarna Anna hertrouwde op 9-2-1764 met Johann Gabriël Liesner, slachter.
Simon had twee kinderen uit het eerste huwelijk en vier uit het tweede. De eerste van deze vier is Johann Paul, die toen hij ongeveer 28 jaar oud was naar Nederland kwam. Hij was pas negen jaar toen zijn vader stierf. Ook zijn drie broers vertrokken uit Greifenberg. Twee ervan werden huurling en vestigden zich in Stettin.
Simon Pauli
Simon Pauli, de reformator, werd een beroemd man, van wie veel afbeeldingen bewaard zijn gebleven. Hij ging op zestienjarige leeftijd naar het gymnasium in Lüneburg. In 1552 schreef hij zich in aan de Universiteit Rostock. In 1555 vervolgde hij zijn studie in Wittenberg, waar hij colleges liep bij Philipp Melanchthon, rechterhand en vriend van Maarten Luther. Na het verkrijgen van de magister titel gaf Pauli zelf colleges.
Melanchthon beval hem in 1558 aan bij Hertog Johann Albrecht I als theologieprofessor aan de Universiteit Rostock in Mecklenburg.
De hertog benoemde hem echter in eerste instantie in 1559 tot dompredikant in Schwerin. Hij kende Pauli al van een in 1554 geschreven Latijnse lofrede op de stad Schwerin. Hij nam hem ook mee naar de Rijksdag in Augsburg. Hier preekte hij in het vorstelijk verblijf voor een groot aantal deelnemers.
In 1560 benoemde de hertog hem tot predikant van de Sint Jacobikerk en tot vorstelijk theologieprofessor in Rostock. Pauli werd viermaal benoemd tot rector van de universiteit (1566, 1570, 1582 en 1588) en meerdere malen tot decaan van de theologische faculteit. In 1560 nam de artes faculteit (voorloper van de letteren faculteit) magister Pauli op onder haar docenten. In 1561 promoveerde hij tot doctor in de theologie. In 1570 werd hij lid van het vorstelijk consistorie. In 1571 werd hij benoemd tot vorstelijk superintendent (kerkelijk toezichthouder) van de regio Rostock. In 1573 volgde zijn beroeping tot eerste stadssuperintendent van Rostock na een overeenkomst tussen de Mecklenburgse hertogen en de stad Rostock, vastgelegd in het Rostockse Erfverdrag. In 1574 werd hij in zijn ambt bevestigd. Als superintendent gaf hij leiding aan het kerkelijk leven in Rostock en de regio Rostock.
Pauli was nauw betrokken bij de heropbouw van de universiteit na de Reformatie. Hij was een van de belangrijkste geestelijken in Mecklenburg en drukte zijn stempel op de organisatie van de lutherse kerkhervorming. Zijn dogmatisch handboek Methodi en zijn gepubliceerde Postilla (preken) waren in Noord-Duitsland van grote invloed.
Pauli overleed op 17-7-1591 in Rostock aan de gevolgen van scheurbuik. De doodzieke superintendent kon niet meer spreken, maar heeft – zoals zijn collega Lukas Bacmeister wist te vertellen – zijn geest tot de hemel gericht. In een getuigschrift van de universiteit, uitgereikt aan zoon Friedrich, wordt over vader Simon opgemerkt: “Doctor Simon Pauli, een voortreffelijke, beroemde man en trouwe leraar in deze kerk en universiteit, vele jaren onze lieve collega geweest.” Ook werd over hem geschreven dat hij op zuivere wijze heeft geleefd, vroom (pietas) en met ware godsvrucht. Hij beantwoordde aan de oproep van Paulus aan Timotheüs in 1 Tim. 4:12: “Wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid.”
In de volgende artikelen wordt uitgebreider aandacht besteed aan Simon Pauli, zijn werken en zijn functioneren als predikant, superintendent en theologieprofessor aan de Universiteit Rostock. Bovendien wordt iets verteld over zijn zoon Heinrich, kleinzoon Simon en achterkleinzoon Oliger:
- Simon Pauli, Luthers predikant, professor, reformator en superintendent in Rostock.
- Preek van Simon Pauli over het Evangelie op de tweede adventszondag 1570.
- Simon Pauli en de Brief van Jacobus.
- Pauli’s en hun relatie tot de hertogen van Mecklenburg en de Deense koningen van 1554 tot 1706.
- Vertaling van Pauli’s troostrede bij de begrafenis van hertogin Elisabeth op 23 oktober 1586.
- Oliger Pauli (1644-1714), koopman en ziener.
Kees Plaizier, februari 2021/ gewijzigd juni 2021
Literatuur
* Paulinus Paul en Wouter Paul, Bijdrage tot de genealogie van het geslacht Paul(i) (Wassenaar 1979). Als plaats van overlijden van Simon Pauli wordt op pagina 125 abusievelijk Schwerin vermeld.
*Catalogus Professorum Rostochiensium van de Universiteit Rostock: http://cpr.uni-rostock.de//resolve/id/cpr_person_00001926
* http://matrikel.uni-rostock.de
* de.wikipedia.org/wiki/Simon_Pauli_(der_Ältere)
* Karl Ernst Hermann Krause, ‘Pauli, Simon (evangelischer Theologe)’ in: Allgemeine Deutsche Biographie (ADB) Band 25 (Leipzig 1887) 273-4
* Thomas Kaufmann, Universität und lutherische Konfessionalisierung. Die Rostocker Theologieprofessoren und ihr Beitrag zur theologischen Bildung und kirchlichen Gestaltung im Herzogtum Mecklenburg zwischen 1550 und 1675. Quellen und Forschungen zur Reformationsgeschichte. Im Auftrag des Vereins für Reformationsgeschichte herausgegeben von Gustav Adolf Benrath, Band 66 (Gütersloh 1997) 125, 146, 166, 172-3, 362.
* Johann Bernhard Krey, Andenken an die Rostockschen Gelehrten aus den drei letzten Jahrhunderten, deel 6 (Rostock 1816) 23-32.
* Wilhelm Beste, Die bedeutendsten Kanzelredner der älteren lutherschen Kirche, Band 2 Die nachreformatorischen Kanzelredner der lutherschen Kirche des XVI. Jahrhunderts (Leipzig 1858) 272-4.
Sommige informatie is ontleend aan genealogie websites of uit overlevering bekend.