Dyalogus creaturarum of Twispraec der creaturen: een middeleeuwse bestseller

Dit artikel gaat in op de betekenis van de Goudse drukker Gheraert Leeu (Gouda ca. 1450 – Antwerpen 1492) en op een van zijn succesvolste drukken: Dyalogus creaturarum of Twispraec der creaturen, een verzameling moraliserende fabels. Ook wordt aandacht geschonken aan de Goudse Werkgroep Twispraec die zich bezighoudt met de transcriptie en hertaling van alle 122 fabels in dit werk.

Gheraert Leeu
Leeu wordt beschouwd als een van de belangrijkste drukkers van de vijftiende eeuw. In zijn drukkerij in Gouda kwam in 1477 zijn eerste boek van de pers: Epistelen ende Evangeliën vanden gheheelen jaere, een bijbels leesboek met teksten uit de brieven van de apostelen en uit de evangeliën. Er zouden in Gouda nog 68 werken volgen, veelal religieus en devoot van aard.
In 1479 huurde Leeu een huis aan de Markt, op de plaats waar zich nu nummer 68 bevindt. Vanaf 1482 had hij ook een huurhuis aan de Raam, waar nu nummer 198 is.
Eind 1482 onderbrak hij zijn werk voor ruim een jaar, waarschijnlijk voor een reis naar Zuid-Europa. Na terugkomst in Gouda begon hij in een Venetiaans lettertype te drukken.
In 1484 was hij korte tijd in Brugge, waar hij zich inschreef bij het Sint-Jansgilde van librariërs, maar hij vestigde zich in datzelfde jaar in Antwerpen, waar 159 boeken door hem gedrukt zouden worden. Antwerpen was toen gunstiger gelegen dan Gouda en Brugge.

Beeld van Gheraert Leeu in het Willem Vroesenpark bij de Sint-Janskerk in Gouda gemaakt door Roel Bendijk

Beeld van Gheraert Leeu in het Willem Vroesenpark bij de Sint-Janskerk in Gouda gemaakt door Roel Bendijk

Leeu stond in contact met een groot aantal drukkers, boekhandelaren en humanisten in Europa. In Gouda heeft hij in 1489 met Erasmus gesproken, tijdens een wandeling naar de Haastrechtse brug. Erasmus vond hem een kundig en beminnelijk man.
In december 1492 kreeg hij ruzie met zijn lettersnijder Henrie van Symmen, die als zelfstandig drukker verder wilde gaan. Leeu raakte dodelijk gewond en overleed enkele dagen later.
Leeu begon zijn drukkerij toen het gedrukte boek al enige decennia op de markt werd gebracht. Johann Gutenberg had zijn Latijnse Bijbel in 1455 voltooid.
De eerste jaren drukte Leeu alleen boeken in het Nederlands, waarmee hij een kleiner bereik had dan met zijn latere Latijnse uitgaven. Hij was de eerste drukker die zich richtte op de Nederlandstalige markt voor een niet geleerd publiek. Hij voerde vernieuwingen door, zoals het gebruik van houtsneden in verschillende van zijn uitgegeven boeken. Deze afbeeldingen wist hij als eerste drukker in de tekst te integreren. Zijn methode vond overal in Europa navolging: “Het boek was na Leeu anders dan het boek vóór Leeu.” (J.W. Klein, 25)
Na het vertrek van Leeu uit Gouda namen de Collatiebroeders lettermateriaal en houtblokken van hem over. Zij drukten religieuze boeken, maar ook literaire wereldlijke teksten, zoals De vier heemskinderen.
Boeken zoals door Leeu uitgegeven worden incunabelen of wiegendrukken genoemd: gedrukte werken tussen 1454 en 1500. Ze werden gezet en gedrukt in losse loden of ijzeren letters en lijken sterk op de handschriften. Boeken werden gemaakt naar het boekbeeld van die tijd en dat was het handschrift.

Drukkersmerk Gheraert Leeu

Drukkersmerk Gheraert Leeu

Fabels tot lering en vermaak
Leeu heeft verschillende boeken gedrukt waarin dieren een hoofdrol spelen: Reinaert de vos, Dye historien ende fabulen van Esopus en Dyalogus creaturarum. Met dit laatste laatste boek, een verzameling moralistische fabels, had hij zijn grootste succes. Hij gaf het ook in het Nederlands uit onder de naam Twispraec der creaturen.
Het werk bevat 122 dialogen, telkens tussen twee creaturen: hemellichamen, elementen, edelgesteenten, edele metalen, planten en dieren. Ook allerlei fantasiedieren spelen een rol. De laatste twee dialogen worden gevoerd door twee mensen respectievelijk de mens en de dood. De auteur heeft hierbij de door Aristoteles gemaakte hiërarchische indeling van alle wezens gevolgd: de ladder van de natuur.
De dialogen worden afgesloten met een tweeregelig rijm. Daarna volgt een moralistisch betoog met citaten ontleend aan de Bijbel, de kerkvaders, filosofen en schrijvers uit de oudheid.
De onbekende auteur maakte gebruik van klassieke en eigentijdse fabels en andere overgeleverde dierenverhalen om daarmee nieuwe verhalen en fabels te maken. Het gaat in de fabels vaak om thema’s als jaloezie, hoogmoed, trots en het verlangen naar gelijkheid van de creaturen. De opbouw van een dialoog is van gemakkelijk naar moeilijk.
De dialogen zijn ten dele gebaseerd op het genre van de beestenboeken of bestiaria. Hierin wordt een beschrijving van het gedrag van het dier gegeven. Daarna volgen de morele les voor de mens en de religieuze betekenis. In de Dyalogus creaturarum wordt deze informatie gecombineerd met fabels en exempels.
De verbinding van menselijke verzinsels met de goddelijke waarheid maakt op het eerste gezicht een tegenstrijdige indruk, maar de creaturen kunnen ook worden gezien als een schakel tussen God en de mens. De fabels dragen een christelijke signatuur: de lezer krijgt een morele les voorgeschoteld met als doel hem dichter bij God en de hemel te brengen. Hij wordt in elke dialoog geconfronteerd met het deugdzame gedrag van een creatuur tegenover de ondeugd van het andere schepsel.
De dialogen behoren tot het genre van de fabel, maar dan wel in de brede betekenis van het woord. Ze zijn niet zozeer dierenvertellingen als wel spectaculaire verhalen, waarin lang niet altijd dieren de hoofdrolspelers zijn. Denk hierbij aan het Engelse ‘fabulous’ of het Nederlandse ‘fabelachtig’.

Gheraert Leeu heeft het werk achtmaal uitgegeven. Er verschenen drie Latijnse drukken in Gouda in 1480, 1481 en 1482 en twee in Antwerpen in 1486 en 1491. De eerste Nederlandse druk verscheen in 1481, gevolgd door een tweede in 1482. In dat jaar verscheen ook een Franse druk.
Het oorspronkelijke Latijnse handschrift dateert uit de veertiende eeuw. De onbekende auteur verkeerde waarschijnlijk in religieuze kringen, ergens in Zuid-Europa. Misschien woonde hij in Lombardije. De 42ste fabel gaat over een steur die in de rivier de Po in Lombardije leefde.
Het is niet bekend hoe Leeu aan de tekst kwam en wie voor de Nederlandse vertaling zorgde. De vertaling is niet gebaseerd op de eerste Latijnse druk in 1480. De vertaler heeft enkele citaten van de heilige Bernardus van Clairvaux (1090-1153), stichter van de cisterciënzer orde, toegevoegd. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn dat de vertaler een geestelijke was.

Leeu heeft alle drukken voorzien van houtsneden van een onbekende meester. Ze zijn eenvoudig van opzet, maar trefzeker: met enkele lijnen zonder arcering wordt een levendig en amusant tafereel uitgebeeld. De reeks van 121 houtsneden is vele malen hergebruikt en nagevolgd. De combinatie van deze betrekkelijk nieuwe techniek met de al oudere tekst van de Dyalogus creaturarum was nieuw en werd een groot succes. Leeu paste deze techniek ook toe in andere boeken, meer dan welke drukker dan ook vóór 1500.

De Nederlandse vertaling was voor een breed publiek bedoeld, meer dan de Latijnse: zowel voor geestelijken als leken. De vertaler heeft sommige informatie weggelaten, zoals bronvermeldingen. Ook heeft hij informatie toegevoegd voor de minder geleerde lezer. In het archief in Gouda bevindt zich een exemplaar uit 1481 dat blijkens de met de hand aangebrachte aantekeningen aan verschillende leken heeft toebehoord.
Een Latijnse druk was in het bezit van het klooster Emmaüs in Stein bij Gouda.
De verzameling dialogen is waarschijnlijk ook gebruikt als handboek voor geestelijken om te raadplegen bij het maken van hun preken.
Leeu voegde aan het einde van Twispraec der creaturen nog een slotstuk of colofon toe:

“Hier is voleyndet bider gracien goods een boec ghehieten dyalogus creaturarum Dat vol is van ghenoechlike fabulen Die oeck profitelic sijn tot leringhe der menschen Ende is volmaeckt ter goude in hollant bi mi gheraert leeu prenter ter goude opten vierden dach van april Jnt iaer MCCCCLXXXI.”

38ste dialoog over de zeemeermin en de wellustige jongeling. Bron: Streekarchief Midden-Holland te Gouda, signatuur depot 2306 E3

38ste dialoog over de zeemeermin en de wellustige jongeling. Bron: Streekarchief Midden-Holland te Gouda, signatuur depot 2306 E3.

Werkgroep Twispraec
Sinds januari 2012 houdt een werkgroep in Gouda zich bezig met het transcriberen en hertalen in modern Nederlands van de 122 dialogen. De leden van de werkgroep hebben eerder de cursussen ‘Goudologie’ en ‘De Goudse librije en de Goudse boekdrukkunst’ gevolgd. Deze en andere cursussen worden georganiseerd door het Historisch Platform Gouda.
De werkgroep komt eenmaal in de veertien dagen bijeen om door leden thuis voorbereide pagina’s te bespreken. Er wordt tijdens de bijeenkomsten gezocht naar een voor allen aanvaardbaar resultaat.

Werkgroep bijeen in de schoolmeesterswoning bij de Jeruzalemkapel in Gouda, februari 2014. Toen nog met Dorien Pors, die in datzelfde jaar helaas is overleden.

Werkgroep bijeen in de schoolmeesterswoning bij de Jeruzalemkapel in Gouda, februari 2014. Toen nog met Dorien Pors, die in datzelfde jaar helaas is overleden. Foto: Thea van Wordragen. Van links naar rechts: Melanie Vermeeren, Corrie van Dam, Dorien Pors, Kees Plaizier, Gonnie Smit, Loek Meulenberg.

Uitgewerkte transcripties en hertalingen worden samen met gefotografeerde pagina’s uit het exemplaar in het Streekarchief Gouda (april 1481) gepubliceerd op de website van Gouda op Schrift. Zie: http://goudaopschrift.nl/index.php/twispraec/297-toelichting. Hier komt het geschreven verleden van Gouda tot leven door de inzet van vele vrijwilligers die handschriften uit het Streekarchief in Gouda transcriberen en hertalen. De werkgroep Twispaec houdt zich uitsluitend bezig met de gedrukte tekst van de Twispraec.

Werkgroep bijeen in de schoolmeesterswoning bij de Jeruzalemkapel in Gouda, februari 2014. Toen nog met Dorien Pors, die in datzelfde jaar helaas is overleden.

Werkgroep bijeen in de schoolmeesterswoning bij de Jeruzalemkapel in Gouda, februari 2014. Toen nog met Dorien Pors, die in datzelfde jaar helaas is overleden. Foto: Thea van Wordragen. Van links naar rechts: Gonnie Smit, Melanie Vermeeren, Thea van Wordragen, Corrie van Dam, Dorien Pors, Kees Plaizier. Aan de muur hangen portretten van Dirck Volckertsz Coornhert en Desiderius Erasmus.

In het voorjaar van 2015 organiseerde MuseumGouda de tentoonstelling Uitgelezen over boekdrukkunst, boeken en lezen. In het kader van deze tentoonstelling heeft de werkgroep zich in de Bibliotheek Gouda in de Chocoladefabriek gepresenteerd met een inleiding over Gheraert Leeu en de Twispraec en met het voorlezen van drie fabels in de oorspronkelijke Middelnederlandse tekst, gevolgd door de Nederlandse hertaling.
Op 7 februari 2016, tijdens de themaperiode ‘Welke wijsheid heb jij in huis’, heeft de groep eveneens enkele fabels voorgedragen in de bibliotheek. Hiervan zijn opnamen gemaakt door RTV Gouwestad. De opnamen staan op het youtube kanaal van Olaf Hornes en zijn te zien via de link https://youtu.be/BQ_ucD2PLX4.

Zuster Hillegonda en broeder Cornelius tijdens het voorlezen van enkele fabels in het kader van de tentoonstelling Uitgelezen, 25 april 2015.

Zuster Hillegonda en broeder Cornelius tijdens het voorlezen van enkele fabels in het kader van de tentoonstelling Uitgelezen, 25 april 2015.

Het project is in 2018 afgerond.

Gebruikte literatuur

P.H.A.M. Abels e.a. (red.), Duizend jaar Gouda. Een stadsgeschiedenis (Hilversum 2002) 221, 242-3.

Bekkers, Inge, ‘Bittere dinghen moet hi draghen, die die soete wil ontfanghen.’ Een vergelijking tussen drie volkstaalvertalingen van de Dyalogus creaturarum (masterscriptie Universiteit Utrecht 2011) 5, 10, 14.

Goudriaan, Koen e.a. (red.), Een drukker zoekt publiek. Gheraert Leeu te Gouda 1477-1484. Oudheidkundige kring ‘die Goude’, drieëntwintigste verzameling bijdragen 1993 (Delft 1993) 3, 7, 8, 14, 15, 21, 23, 24, 163, 164, 173, 180.

Klein, Jan Willem, Vernieuwing en verrassing. De vroege boekdrukkunst in Gouda (Museum Gouda en Streekarchief Midden-Holland 2015) 17, 25, 26, 34, 40, 43, 45, 55.

Rook, Miriam, Kosmologie en astrologie in de Dyalogus creaturarum moralisatus, dat is Twispraec der creaturen (scriptie Universiteit van Amsterdam 2013) 7, 8, 1015, 16, 18.

Websites:

Goudse Canon: Gerard Leeu. Pionier van de boekdrukkunst, http://www.goudsecanon.nl/7/1477/Gerard-Leeu/ (19-3-2016).

Rijns, Hans (ed.), Dye hystorien ende fabulen van Esopus (2013) http://www.dbnl.org/tekst/leeu002hyst02_01/index.php (19-3-2016) hoofdstuk: Gheraert Leeu, drukker van fabels.

Kees Plaizier
maart 2016/mei 2020